Ervaringsdeskundige over behandeling Angst
‘Dat was nogal een stap: een groepsbehandeling. Juist terwijl sociale situaties mij zoveel spanning gaven’
Na een periode van veel stress zag Sofie (25) het niet meer zitten. Haar baan als secretaresse ging niet meer. Op haar werk voelde ze telkens de angst om fouten te maken. Ze controleerde haar werk meerdere keren. Waardoor de kleinste klusjes al snel meer dan een half uur duurde. En dan was er ook nog de angst voor afwijzing die ze voelde bij haar collega’s: die opgetrokken wenkbrauw, dat bedenkelijke gezicht, die stilte en die dubieuze glimlach. Ze had altijd het gevoel dat ze het niet goed deed.
‘Ook in sociale contacten met mijn vriendinnen en familie speelde dit probleem.’
Ik ging het liefst niet meer naar verjaardagen en feestjes. Zelfs iemand appen om af te spreken vond ik lastig,’ vertelt Sofie. Ze voelt zich tot last en denkt dat de ander niet op haar zit te wachten. ‘Het maakte me verdrietig en somber. Het liefst was ik thuis, want daar was het veilig.’ Via de huisarts zoekt Sofie hulp en ze komt terecht bij een psycholoog. Hoewel de gesprekken prettig zijn, merkt ze dat ze het lastig vindt om thuis te oefenen met wat ze in de behandeling bespreken. Daarom wordt ze aangemeld voor een groepsbehandeling van twee dagen in de week. De behandeling duurt zes maanden. In deze groepsbehandeling wordt cognitieve gedragstherapie gegeven met de nadruk op het aangaan van angst.
Sofie heeft last van een sociale angststoornis.
Dit komt naar voren in het intakegesprek. Wanneer ze in gesprek is met anderen, voelt ze zich verlegen en schaamt ze zich. ‘Het contact aangaan met anderen werd een steeds grotere drempel voor mij.’ Na de intake start Sofie met de groepsbehandeling. ‘Dat was nogal een stap voor mij: een groepsbehandeling. Juist terwijl sociale situaties mij zoveel spanning gaven en ik bang was voor afwijzing.’ Het kennismaken met de andere groepsleden is een eerste grote stap voor Sofie. Sommigen van hen hebben ook last van sociale angst. Anderen hebben last van paniekaanvallen, piekeren of dwangklachten. ‘Hoewel we allemaal andere soort klachten hadden, kwam er één ding overeen: angst belemmerde ons in het dagelijks leven. Ik vond het fijn om te merken dat ik niet de enige was. Tegelijkertijd viel het me op dat er allerlei soorten mensen zijn met angststoornissen. Niet alleen verlegen, maar ook spraakzame mensen kunnen een sociale angststoornis hebben.’
In de eerste weken beschrijft Sofie heel concreet hoe afwijzing in sociale situaties eruit ziet.
Ze omschrijft de rampscenario’s die ik in haar hoofd zaten. Vervolgens maakte ze een oefenplan met allerlei sociale situaties om te toetsen of de rampscenario’s ook echt uitkwamen. ‘Dat vond ik gek om te doen. Maar blijkbaar is het nodig om eerst de angst aan te gaan, zodat je er vervolgens minder bang van wordt.’
Sofie oefent op verschillende manieren. Eerst oefent ze met kennismaken en praat ze met haar groepsgenoten over haar spanningen. ‘Langzamerhand nam de spanning af. Ik merkte dat ik er mocht zijn. Ze begrepen mij. Ik werd niet afgewezen.’ Sofie voelt zich veilig in de groep. Daardoor kosten de therapiedagen minder energie dan eerst. Nu ze de veiligheid in de groep ervaart, is het tijd voor de volgende stap. ‘Op een dag gingen we met de hele groep en onze behandelaar naar de supermarkt. Hier oefende we met dingen die ‘fout’ zijn en die sociale afwijzing kunnen geven. Zo vroeg ik bijvoorbeeld aan de winkelmedewerker waar een product was terwijl ik er naast stond. Of gaf ik bij de kassa aan de boodschappen toch niet meer te willen kopen.’ Ook oefent ze om de situaties in haar dagelijks leven weer op te pakken. Ze stuurt een berichtje naar een vriendin om af te spreken en gaat naar verjaardagen. Ze oefent met ‘fouten’ maken door dingen niet perfect te doen. Zo zegt ze eens een afspraak een half uur van tevoren af. Of ze stoot een glas water om op een verjaardag.
‘Geleidelijk aan kon ik mijn werk weer oppakken.’
Ik oefende om de mails niet te controleren op fouten en zette er soms zelfs expres een (taal)fout in. De oefeningen gaven veel spanning, maar ik merkte ook dat ik steeds minder bang werd voor afwijzing. Ik werd milder voor mezelf. Hierbij troostte ik mezelf als ik bang was voor afwijzing door tegen mezelf te zeggen dat ik niet perfect hoefde te zijn. Ik ben goed genoeg.’
Na zes maanden neemt Sofie afscheid van de groep. ‘Dat gaf dubbele gevoelens. Aan de ene kant was het jammer en verdrietig om het contact af te ronden. Aan de andere kant is het ook goed om na zes maanden intensieve behandeling weer zelf verder te gaan. Als het nodig is, krijg ik ambulante nazorg.’
Sofie nam deel aan de deeltijdbehandeling angst. Deze behandeling bestaat uit cognitieve gedragstherapie en vindt plaats in een groep. Naast het oefenen en toetsen van je angst (exposure), bestaat het therapieprogramma ook uit vaktherapie, farmacotherapie en een aantal gesprekken systeemtherapie. De behandeling is twee dagen in de week en duurt zes maanden. Zie voor meer info: Deeltijdbehandeling angst | Cognitieve gedragstherapie angststoornis – Eleos